Uitspraak in het Plat: /ɡɛmøːy̯dlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: ge·mööd·lich
gemöödlicher gemöödlichst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Wi hebbt uns dat op’t Sofa gemöödlich maakt.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: ge- + Moot + -lich