Uitspraak in het Plat: /tɾadɪtʃoːn/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Tra·di·tschoon
Pluralis: Tra­di­tscho­nen f de Tra­di­tschoon
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: -choon