Uitspraak in het Plat: /pʊkəlfʊl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Pu·ckel·vull
Pluralis: Pu­ckel­vull m de Pu­ckel­vull
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Hau af oder du kriggst en Puckelvull!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Puckel + vull