Uitspraak in het Plat: /pɔu̯ln̩dɛɪ̯ɾn/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Po·len·deern
Pluralis: Po­len­deerns f de Po­len­deern
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Polen + Deern