Uitspraak in het Plat: /apəlbuː͡ɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ap·pel·buur
Pluralis: Ap­pel­buurn m de Ap­pel­buur
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Appel + Buur