Uitspraak in het Plat: /kɾatbʊʃ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kratt·busch
Pluralis: Kratt­bü­sch m de Kratt­bu­sch Westfaals
Pluralis: Kratt­bü­scher m de Kratt­bu­sch Mecklenburgisch
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kratt + Busch