Uitspraak in het Plat: /liːdn̩/
werkwoord
Afbreking: lie·den
[1]
kaart kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
Leed spören
Nederlands:
lijden
Engels:
suffer
feel pain
Duits:
leiden
Voorbeelden:
’Keen schöön ween will, mutt lieden.
[2]
kaart kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
verdregen
Nederlands:
verduren
Engels:
bear
stand
Duits:
ertragen
leiden
Voorbeelden:
Ik mag em nich lieden.

Werkwoordvormen:

infinitief:
lie­den
voltooid deelwoord:
le­den
ik
du
he/se/dat
wi
ji
se
tegenwoordig:
ik lied
du lidd­st
he/se/dat lidd­t
wi liedt
ji liedt
se liedt
verleden:
ik leed
du leedst
he/se/dat leed
wi le­den
ji le­den
se le­den
voltooid:
ik heff le­den
du hest le­den
he/se/dat hett le­den
wi hebbt le­den
ji hebbt le­den
se hebbt le­den
conjunctief:
ik leed
du leedst
he/se/dat leed
wi le­den
ji le­den
se le­den
imperatief:
lied!
liedt!

Samengesteld woorden:

fleden liedenmögen liedsaam verleden
Rijmwoorden
Plattmakers Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.