Uitspraak in het Plat: /bɪn̩døː͡ɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bin·nen·döör
Pluralis: Bin­nen­dö­ren f de Bin­nen­döör
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: binnen + Döör