Uitspraak in het Plat: /amɛːɾɪkɔːnɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: A·me·ri·ka·ner
Pluralis: A­me­ri­ka­ners m de A­me­ri­ka­ner
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Amerika + -er