Uitspraak in het Plat: /bədɾøːy̯ft/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: be·drööft
bedrööfder bedrööfdst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
trurig, unglücklich
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: be- + -t