Uitspraak in het Plat: /pɛːˑ͡ɐfɔlk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Peer·volk
Pluralis: Peer­völ­ker n dat Peer­volk
[1]
geavanceerde woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Peerd + Volk