Uitspraak in het Plat: /lɔu̯sbɛnɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: loos·bän·nig
lausbänniger lausbännigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
los
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: loos + -ig
Identieke woorden ››› loosbannig ❔︎