Uitspraak in het Plat: /mɛɪ̯nma͡ɐk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Meen·mark
Pluralis: Meen­mar­ken f de Meen­mark
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: Mark