Uitspraak in het Plat: /bøːnkɔːmɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Böhn·ka·mer
Pluralis: Böhn­ka­mern f de Böhn­ka­mer
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Böhn + Kamer