Uitspraak in het Plat: /ɔːltuːˑk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Aal·tuuk
Pluralis: Aal­tu­ken f de Aal­tuuk
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Aal + Tuuk