Uitspraak in het Plat: /bʊln̩kalf/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bul·len·kalf
Pluralis: Bul­len­kal­ver n dat Bul­len­kalf Friesen-groep, West-groep, Westfaals, Mecklenburgisch, Pommersch
Pluralis: Bul­len­käl­ver n dat Bul­len­kalf Westfaals, Märkisch
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Kalf
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Bull + Kalf