Uitspraak in het Plat: /duːɾɔːbəl/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: du·ra·bel
durabeler durabelst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
op Duur, mit Bestand
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Duur + -abel
Identieke woorden ››› dürabel ❔︎