Uitspraak in het Plat: /afdɛɪ̯l/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Af·deel
Pluralis: Af­de­len n dat Af­deel
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: afdelen