Uitspraak in het Plat: /ɛɪ̯dəlɡɔu̯t/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: E·del·goot
Pluralis: E­del­gö­der n dat E­del­goot
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Baroon tücht op sien Edelgoot Peer.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: edel + Goot