Uitspraak in het Plat: /jɪtəlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: jit·te·lig
jitteliger jitteligst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
nervous Meer tonen
Duits:
voreilig Meer tonen

Etymologie:

Woord afgeleid van: -ig