Uitspraak in het Plat: /ʃɾɔːɡn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Schra·gen
Pluralis: Schra­gens m de Schra­gen
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: Schraag