zelfstandig naamwoord
Afbreking: Hupp·hupp
Pluralis: Hupp­hupp­s m de Hupp­hupp
[1]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
hop
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Hupphupp hett en Poll op’n Kopp.