Uitspraak in het Plat: /ɡlɪbəɾɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: glib·be·rig
glibberiger glibberigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Glibber + -ig