Uitspraak in het Plat: /ʃɔu̯stɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Schoos·ter
Pluralis: Schoos­ters m de Schoos­ter
[1]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: Schooster
Identieke woorden ››› Schooster ❔︎