Uitspraak in het Plat: /bʊln̩biːtɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bul·len·bie·ter
Pluralis: Bul­len­bie­ters m de Bul­len­bie­ter
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Bull + bieten + -er