Uitspraak in het Plat: /vɾantluːz/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wrant·luus
Pluralis: Wrant­lüüs f de Wrant­luus
[1]
perifere woordenschat
figuratief
Nedersaksisch:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: wranten + Luus