Schrull
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/ˈʃɾʊl/
zelfstandig naamwoord
Pluralis:
Schrullen
f
de Schrull
[1]
kaart voordoen
geavanceerde woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Schrull”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
Over de kaarten
Groningen:
Helmer Molema:
Wörterbuch der Groningenschen Mundart im neunzehnten Jahrhundert.
Diedrich Soltau’s Verlag, Norden 1888, Siet 373
PDF, 21,8 MB
Oldenburg:
Artur vor Mohr:
Vocalstand des oldenburgischen Niederdeutsch.
Soltau, Nörden 1904, Siet 29
PDF, 1,6 MB
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, Band 4, Siet 78
Südwest-Ostfalen:
Jahrbuch des Vereins für niederdeutsche Sprachforschung
, Johrgang 1908, Siet 88
Altmark:
Johann Friedrich Danneil:
Wörterbuch der altmärkisch-plattdeutschen Mundart.
Schmidt, Soltwedel 1859, Siet 187
PDF, 28,1 MB
Belzig-Teltow:
Willy Lademann:
Wörterbuch der Teltower Volkssprache.
Akademie-Verlag, Berlin 1956, Siet 221
Niederung/Elbing:
Robert Dorr:
De lostgen Wiewer von Windsor.
Siet 74
PDF, 3 MB
Nedersaksisch:
mallen
Infall
,
roor
Benehmen
Nederlands:
gril
Engels:
quirk
Duits:
Schrulle
Fimmel
Marotte
Spleen
Voorbeelden:
Oollüüd
hebbt
so
jümehr
Schrullen
.
Samensteld woorden:
schrullig
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.
Nieuwe vertaling voorstellen
zoeken:
Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
kaart voordoen
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.