zelfstandig naamwoord
Afbreking: Vad·der·sch
Pluralis: Vad­der­schen f de Vad­der­sch
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Paat
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Vadder + -sch