Uitspraak in het Plat: /ɔːlstɛɪ̯kɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Aal·ste·ker
Pluralis: Aal­ste­kers m de Aal­ste­ker
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
eel spear Meer tonen
Duits:
Aalstecher Meer tonen

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Aal + Steker