Uitspraak in het Plat: /vakəlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: wa·cke·lig
wackeliger wackeligst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Stohl is wackelig.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: wackeln + -ig