Uitspraak in het Plat: /ɡnat͡sbyːdəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Gnatz·bü·del
Pluralis: Gnatz­bü­dels m de Gnatz­bü­del
[1]
geavanceerde woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: gnatzen + Büdel