Uitspraak in het Plat: /ɡnat͡sɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: gnat·zig
gnatziger gnatzigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
He weer gnatzig, dat ik em mien Verscheel seggt heff.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: gnatzen + -ig