Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
gnatzig
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/ɡnat͡sɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking:
gnat·zig
gnatziger
gnatzigst
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „gnatzig”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Zuidwest-Ostfalen:
Albert Hansen:
Holzland-ostfälisches Wörterbuch.
Ummendorf 1964, pagina 96
Altmark:
Johann Friedrich Danneil:
Wörterbuch der altmärkisch-plattdeutschen Mundart.
Schmidt, Salzwedel 1859, pagina 66
PDF, 28,1 MB
Midden-Küstenpommersch:
Robert Laude:
Hinterpommersches Wörterbuch des Persantegebiets.
Böhlau, Köln 1995, ISBN 3-412-05995-1, pagina 139
Nedersaksisch:
mit
slechte
Luun
,
mit
Lust
op
Striet
Nederlands:
strijdlustig
ruzieachtig
Engels:
grumpy
contentious
belligerent
argumentative
confrontational
Duits:
gnatzig
streitlustig
zänkisch
hadersüchtig
mürrisch
Voorbeelden:
He
weer
gnatzig
, dat
ik
em
mien
Verscheel
seggt
heff
.
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
gnatzen
+
-ig
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.