Uitspraak in het Plat: /bɛtlɔːkn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bett·la·ken
Pluralis: Bett­la­kens n dat Bett­la­ken
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Bett + Laken