Uitspraak in het Plat: /ʃɾuːtəɾɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: schru·te·rig
schruteriger schruterigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: schrutern + -ig