Uitspraak in het Plat: /bɔːzɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: ba·sig
basiger basigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
He is en basigen Keerl.
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
Voorbeelden:
He weer en basig groten Keerl.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Baas + -ig