Uitspraak in het Plat: /huːzbøːɾən/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Huus·böh·ren
Pluralis: Huus­böh­ren n dat Huus­böh­ren
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Huus + böhren