zelfstandig naamwoord
Afbreking: Sla·per
Pluralis: Sla­pers m de Sla­per
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
En Slaper is keen Sünner.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: slapen + -er
Identieke woorden ››› Släper ❔︎