Uitspraak in het Plat: /bœ͡ɐntɾɔç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Börn·trog
Pluralis: Börn­tröög m de Börn­trog
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: börnen + Trog