Uitspraak in het Plat: /bɔstbyːdəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bost·bü·del
Pluralis: Bost­bü­dels m de Bost­bü­del
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Bost + Büdel