zelfstandig naamwoord
Afbreking: Solt·fatt
Pluralis: Solt­fäät n dat Solt­fatt Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Solt­fat­ten n dat Solt­fatt Friesen-groep
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Solt + Fatt