Uitspraak in het Plat: /iːzɐkɔu̯kn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ie·ser·ko·ken
Pluralis: Ie­ser­ko­ken m de Ie­ser­ko­ken
Pluralis: Ie­ser­ko­kens m de Ie­ser­ko­ken
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Ieser + Koken