Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Flegel
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/flɛɪ̯ɡəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Fle·gel
Pluralis:
Flegels
m
de Flegel
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
landbouw
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Flegel”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Pott:
Heinrich Beisenherz:
Vokalismus der Mundart des nordöstlichen Landkreises Dortmund.
Noske, Borna-Leipzig 1907, pagina 28
PDF, 2,3 MB
Eemsland:
Hermann Schönhoff:
Emsländische Grammatik.
Carl Winter, Heidelberg 1908, pagina 209
PDF, 7,4 MB
Bielefeld:
Olaf Bordasch:
Wörterverzeichnis zu Heinrich Stoltes Bauernhof und Mundart in Ravensberg.
pagina 22
PDF, 1,8 MB
Waldeck:
Karl Bauer:
Waldeckisches Wörterbuch nebst Dialektproben.
1902, Einleitung, pagina 42
PDF, 25,4 MB
Midden-Küstenpommersch:
Robert Laude:
Hinterpommersches Wörterbuch des Persantegebiets.
Böhlau, Köln 1995, ISBN 3-412-05995-1, pagina 123
Nedersaksisch:
Reedschop
to
’t
Döschen
Nederlands:
vlegel
Engels:
flail
Duits:
Flegel
[2]
geavanceerde woordenschat
actief
figuratief
Nedersaksisch:
frechen
Minsch
Nederlands:
rekel
vlerk
Engels:
churl
boor
Duits:
Flegel
Rüpel
Samengesteld woorden:
Döschflegel
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.