Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Geföhl
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/ɡɛføːy̯l/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Ge·föhl
Pluralis:
Geföhlen
n
dat Geföhl
Pluralis:
Geföhl
n
dat Geföhl
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Geföhl”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Oldenburg:
Rüstringer Schrieverkring.
Wesermarsch:
Rüstringer Schrieverkring.
Bielefeld:
Olaf Bordasch:
Wörterverzeichnis zu Heinrich Stoltes Bauernhof und Mundart in Ravensberg.
pagina 25
PDF, 1,8 MB
Waldeck:
Karl Bauer:
Waldeckisches Wörterbuch nebst Dialektproben.
1902, Wörterliste, pagina 38
PDF, 25,4 MB
Warberg:
Antun Willdeygud:
Van ussen Hierguede. En Preuweken int ner plattduitschen Mueke.
Bonifacius-Drückerigge, Paderborn 1890, pagina 8
PDF, 1,1 MB
Sleeswijk:
Johann Rhode Friedrich Augustiny:
Achtern Åben oder Plattdütsches Vålksbok för Kinner un ole Lüd, tohopståkt un ut egen Fabrik.
Herzbruch, Flensburg 1857, pagina 33
PDF, 3,7 MB
Voor-Pommeren:
Otto Vogel:
Pommernspegel.
Scharff, Greifswald 1873, pagina 131
Nedersaksisch:
wat
,
wat
empfunnen
warrt
Nederlands:
gevoel
Engels:
feeling
Duits:
Gefühl
Voorbeelden:
Ik
heff
dat
Geföhl
, dat
dor
wat
nich
stimmt
.
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
ge-
+
föhlen
Samengesteld woorden:
Mitgeföhl
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.