Uitspraak in het Plat: /snɛːɾkɾuːt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Sneer·kruut
Pluralis: Sneer­krü­der n dat Sneer­kruut
[1]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: sneren + Kruut