Uitspraak in het Plat: /daʊ̯vɔ͡ɐm/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Dau·worm
Pluralis: Dau­wörm m de Dau­worm West-groep, Westfaals, Noord-Nedersaksisch, Märkisch, Pommersch
Pluralis: Dau­wör­mer m de Dau­worm Westfaals, Märkisch
[1]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Dau + Worm