Uitspraak in het Plat: /axtɐflɪk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ach·ter·flick
Pluralis: Ach­ter­fli­cken m de Ach­ter­flick
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: achter + Flick