Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Förster
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/fœ͡ɐstɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Förs·ter
Pluralis:
Försters
m
de Förster
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
bosbouw
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Förster”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Waldeck:
Karl Bauer:
Waldeckisches Wörterbuch nebst Dialektproben.
1902, Einleitung, pagina 45
PDF, 25,4 MB
Zuidwest-Ostfalen:
Albert Hansen:
Holzland-ostfälisches Wörterbuch.
Ummendorf 1964, pagina 91
Midden-Küstenpommersch:
Robert Laude:
Hinterpommersches Wörterbuch des Persantegebiets.
Böhlau, Köln 1995, ISBN 3-412-05995-1, pagina 24
Nedersaksisch:
Person
,
de
en
Forst
bewirtschaft
Nederlands:
boswachter
Engels:
forester
Duits:
Förster
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
Forst
+
-er
Samengesteld woorden:
Försteree
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.