Uitspraak in het Plat: /møːln̩bɛːˑk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Möh·len·beek
Pluralis: Möh­len­be­ken f de Möh­len­beek Westfaals, Märkisch
Pluralis: Möh­len­be­ken m de Möh­len­beek
Pluralis: Möh­len­be­ken n dat Möh­len­beek
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Möhl + Beek