Pluralis: Be­ken f de Beek Westfaals, Märkisch
Pluralis: Be­ken m de Beek
Pluralis: Be­ken n dat Beek
[1]
basiswoordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Identieke woorden ››› Beek ❔︎