Uitspraak in het Plat: /ma͡ɐktɛɪ̯kn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Mark·te·ken
Pluralis: Mark­te­kens n dat Mark­te­ken
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: marken + Teken